Febel richtlijnen

INSTRUCTIES AANGAANDE HET GEBRUIK VAN BATTERIJEN

  • Bij het inbrengen van de batterijen in een toestel (of in een batterijlader), er steeds over waken dat de polariteit (+) en (-) van elke batterij en het apparaat overeenkomen
  • Bij een verkeerde plaatsing van batterijen in een toestel bestaat het risico voor kortsluiting.
  • De batterij- en apparaat contactpunten zo nodig schoon maken alvorens de batterijen in te brengen.
  • De instructies van de fabrikant van het apparaat dienen opgevolgd te worden aangaande de keuze van de te gebruiken batterijen.
  • Batterijen dienen steeds samen vervangen te worden.
  • Nieuwe batterijen mogen niet gemengd worden met (gedeeltelijk) lege batterijen in een toestel of een batterijlader.
  • Geen batterijen mengen van verschillende chemische samenstelling, capaciteit, laadniveau, afmetingen of verschillende merken teneinde lekkage van de batterijen en/of beschadiging van het toestel te vermijden.
  • Lege batterijen dienen onmiddellijk uit het toestel worden verwijderd wegens een verhoogd risico op lekkage van de batterijen en beschadiging van het toestel.
  • Batterijen dienen steeds te worden verwijderd uit apparaten die niet meer functioneren of die gedurende een lange periode niet worden gebruikt.
  • Voor een langere levensduur van oplaadbare batterijen dienen deze, eens ze leeg zijn, zo snel mogelijk opnieuw te worden opgeladen. Ook dienen deze onmiddellijk na aankoop, en min. één keer om de drie tot zes maanden te worden ontladen en herladen.
  • Alkaline (wegwerp-) batterijen mogen uitsluitend met een speciaal hiervoor ontworpen batterijlader worden geregenereerd. Nooit een klassieke oplader gebruiken voor dit type batterijen gezien het risico voor explosie of lekkage.
  • Dode of volledig uitgeputte batterijen dienen ter recyclage worden aangeboden via het lokale inzamelsysteem.
  • Ongebruikte batterijen kunnen best worden opgeslagen in hun originele verpakking, op een droge plaats bij normale kamertemperatuur. Elk contact met metalen voorwerpen moet worden vermeden gezien het gevaar voor kortsluiting.
  • Toestellen met batterijen mogen niet worden blootgesteld aan extreme temperaturen of omstandigheden (verwarmingselementen, aan zonlicht blootgestelde voertuigen, …).
  • Batterijen nooit in het vuur werpen, kortsluiten, vervormen of uit elkaar halen.
  • Batterijen uit de buurt van kinderen houden.
  • Onmiddellijk een arts raadplegen als een batterij werd ingeslikt.
  • Batterijen bevatten chemische bestanddelen die gevaarlijk kunnen zijn bij contact met de huid, ogen, slijmvliezen, … Bij aanraking met batterijzuur, dient onmiddellijk het getroffen lichaamsdeel met veel schoon water worden afgespoeld en dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd.

VERWIJDEREN VAN BATTERIJEN EN TOESTELLEN

  • Batterijen, batterijladers en toestellen steeds inleveren bij officiële inzamelorganisaties die recyclage of recuperatie van materialen op milieuvriendelijke manier tot doel hebben.
  • Nooit batterijen of toestellen meegeven met niet-gesorteerd gemeentelijk afval en ze nooit in de natuur achterlaten.